Op woensdagmiddag hebben de Amerikaan John Goodenough (op de afbeelding), de Brit Whittingham en Japanner Akira Yoshino de Nobelprijs voor de Scheikunde in ontvangst genomen voor de ontwikkeling van de Lithium-ionbatterij. Het Nobelcomité verklaarde dat de drie heren verantwoordelijk zijn voor de ‘oplaadbare wereld’ en dat zij een reactief element getemd hebben. De winnaars ontvangen ruim €825.000 voor verder wetenschappelijk onderzoek.
Het ontstaan van de lithium-ionbatterij stamt uit de jaren 70 ten tijden van een grote oliecrisis. In een zoektocht naar energiebronnen die onafhankelijk zijn van fossiele brandstoffen ontdekte Whittingham de grote elektrische potentie van lithium-ionen. Hij vond een batterij uit met een potentiaal van twee volt. De batterij bleek echter onbruikbaar vanwege het explosiegevaar, te wijden aan de reactieve aard van lithium.
Goodenough voegde twee belangrijke ontwikkelingen toe aan de batterij. Allereerst plaatste hij de kathode (plus) van de lithium-ionen in een omgeving van kobaltoxide. Daarnaast bracht hij het potentiaal omhoog naar 4 volt. Goodenough is met zijn 97-jarige leeftijd de oudste Nobelprijs-laureaat ooit. In 2013 werd Goodenough al onderscheiden met de National Medal of Science. Deze werd destijds uitgereikt door Barack Obama (zie afbeelding).
Yoshino was verantwoordelijk voor de ontwikkeling van de eerste lithiumbatterij die geschikt was voor commercieel gebruik in 1985. Yoshino verving de anode (min) met een matrix van koolstof (cokes) wat een bijproduct is uit de olieraffinage. Dit alles resulteerde in een lichtgewicht secundaire (oplaadbare) batterij die talloze cycli mee zou gaan.